Soorten-windsurf-materiaal-overzichtkopie

# 2: Soorten windsurf materiaal

Soorten windsurf materiaal.

Welke soorten windsurf materiaal passen het beste bij jouw wensen.

Er zijn vele soorten windsurf materiaal. Loop een willekeurige windsurfshop binnen en je voelt je net als een kind in een snoepwinkel. De zeiltjes hebben de meest flitsende kleuren en de boards de meest mooie shapes. Maar wat past het beste bij jouw surfkunsten?

‘Soorten Windsurf Materiaal’ is deel 2 van een trilogie. Lees ook: Windsurf disciplines (deel 1) en Windsurf materiaal tunen (deel 3). Voor de beginnende windsurfer die voor het eerst materiaal wil kopen raad ik aan Eerste windsurfplank en zeil kopen te lezen.

Surf je op zee met windkracht 8, dan heb je een ander board nodig, dan als je over het meer cruised met windkracht 4. Wil je de snelste zijn van de plas of hecht je meer waarde aan een board dat lekker jumpt en makkelijk gijpt? Hoe groot en zwaar ben je en hoeveel ervaring heb je? En tenslotte, hoe dik is je portemonnee? Voordat je de surfshop binnenstapt, is het handig om voor jezelf deze vragen beantwoord te hebben. En ik ga je daar in dit artikel bij helpen.

Soorten windsurf materiaal Leer windsurfen
Het doel: heerlijk cruisen over het water.

De meeste windsurfzeilen en -boards kunnen in één van de onderstaande categorieën worden ingedeeld. Soorten windsurf materiaal:

  • Olympische klasse
  • Formula
  • Slalom
  • Speed
  • Foil
  • Freestyle
  • Wave
  • Freeride (onderverdeeld in freerace, freemove en freewave)
  • Beginner
  • Inflatable

Laten we ze eens wat nader bekijken.

Olympische Klasse

Soorten-windsurf-materiaal-rsx
De Olympische kampioen 2012 en 2016 op zijn RS:X board

Tot en met 2020 is RS:X de Olympische Eenheidsklasse. Iedereen surft dus op hetzelfde board met hetzelfde zeil. In 2024 zal er tijdens de Olympische spelen worden gesurft op een Foil board. Het RS:X materiaal bespreek ik maar kort, omdat de tien man in Nederland die hier op (willen) surfen geen uitleg nodig hebben. Bovendien zie je dit materiaal nooit in de winkel. Je moet er van windkracht 1 tot 6 mee kunnen varen, dus vandaar dat de plank lang is en er een zwaard en een grote vin in zit. Het zeil is natuurlijk ook ‘huge’ om met de kleinste windvlaag al vooruit te komen. Eigenlijk hoef je hier geen materiaalkeuze te maken, want het is een ‘one-design’ klasse. Iedereen surft dus op exact hetzelfde materiaal.

 

Formula

Het doel van formula materiaal is eigenlijk om zo hoog mogelijk aan de wind te kunnen planeren en dat met weinig wind. Als je snel aanplaneert en heel hoog aan de wind kunt surfen, is de kans heel groot dat je als eerste bij de bovenboei bent en dat je uiteindelijk de race wint. Om zowel vroeg in plané te zijn als snel te surfen, moet het materiaal heel licht zijn. Boards bestaan uit kwetsbaar carbon met minimale versteviging. Je moet je board dus niet op een steen laten vallen. De zeilen zijn helemaal van monofilm, wat ook relatief kwetsbaar is. Ook masten, gieken en vinnen zijn gemaakt van het stijve, harde maar ook kwetsbare en dure carbon. Om snel te kunnen planeren moet het materiaal ook groot zijn. Een breed board geeft veel lift, daardoor komt het board uit het water en kun je eerder planeren in plaats van dobberen. Hetzelfde geld voor de vin. Een grote vin duwt je board omhoog, waardoor je gaat planeren. Daarnaast kun je met een grote vin hoger aan de wind surfen. De zeilen zijn ook groot om met de kleinste windvlaag al te kunnen planeren. Ook is het erg belangrijk dat je tuigage stabiel is. Als er een windvlaag komt, moet het zeil niet alle kanten op waaien, want dat is niet zo goed voor de aerodynamica. Een klein zeil stabiel maken is niet zo moeilijk, maar om een zeil van 12 vierkante meter stabiel te houden in een windvlaag vereist speciale materialen. Nog een reden dus om extra veel (duur) carbon in de masten en gieken te stoppen. Maar ook dat is niet genoeg. Er worden tot wel negen zeillatten in het zeil genaaid. En de ‘camber’ zorgt ervoor dat de hoek die de zeillat maakt met de mast, ten alle tijden optimaal blijft en dus voor een perfecte verdeling van druk en aerodynamica zorgt. Het nadeel van cambers is dat daardoor het zeil moeilijker omslaat, dus gijpen wordt er niet makkelijker op. De meest gebruikte materialen zijn: board 100 cm breed, zeil 11 vierkante meter en vin 70 cm lang.

Soorten windsurf materiaal Leer windsurfen formula fanatic board
Een Fanatic formula board, gekscherend worden Formula boards vaak ‘deuren’ genoemd, kun jij je dat voorstellen? Het voordeel…planeren met 7 knopen!

Voordelen: vroeg planeren.

Nadelen: duur, kwetsbaar, groot en daardoor zwaar, board moeilijk te controleren en moeilijk te gijpen, zeil moeilijk op te tuigen.

Conclusie: Niet kopen, tenzij je komend jaar Nederlands kampioen wilt worden.

 

 

Slalom

Soorten-windsurf-materiaal-slalom
Fanatic Falcon board met een Duotone Warp zeil. Een echte slalom set!

Het doel van slalom is om zo hard mogelijk te gaan, alleen dit keer niet aan de wind, maar halve wind of zelfs ruime wind. Daarnaast moet je board ook makkelijk gijpen en weer snel in plané komen na de gijp (of beter nog: blijven planeren). En dit alles moet zowel lukken tijdens een slalom wedstrijd op het vlakke water van Strand Horst als op het ruige Noordzee water voor de kust van Sylt, Duitsland. Dus controle is ook belangrijk. Het slalom materiaal lijkt erg op het formula materiaal, maar dan iets kleiner. Het grootste verschil zijn de boards en vinnen. Omdat je tijdens een slalom race niet aan de wind hoeft te surfen, kan de vin veel kleiner en het board ook behoorlijk smaller. En dat komt de topsnelheid weer ten goede. In de zeilen zitten weer zeven, acht of negen latten met minimaal vier cambers om het profiel strak te houden in de windvlagen. Een veel gebruikt slalom setje is: board van 110 liter, zeil van 7,8 vierkante meter en een vin van 36 cm.

Voordeel: Het materiaal gaat hard!

Nadeel: duur, kwetsbaar, zeil moeilijk op te tuigen. Ook al surft een slalom board makkelijker dan een formula board, met de voetbanden helemaal op de rail is het lastig te controleren op choppy water.

Conclusie: Om alles uit een slalomset te kunnen halen, moet je een hele goede windsurfer zijn. Ben je dat niet, dan werkt het alleen maar tegen je. Vergelijk het met iemand die zijn rijbewijs net heeft gehaald en met een Formule 1 wagen de weg op gaat.

Speed

Soorten windsurf materiaal Leer windsurfen speed
Gouwe ouwe Anders Bringdal vliegt over de speedstrip met meer dan 90 km/uur.

Wat wil een speedsurfer? HARD gaan en verder helemaal niets! Het materiaal waar speed wedstrijden mee worden gevaren, lijkt weer veel op het slalom materiaal. Alleen omdat de gemiddelde speedsurfer pas wakker wordt met 20 knopen en pas echt blij is met 30 knopen wind, is het materiaal nog wat kleiner. Ook ‘doorplaneren na een gijp’ is totaal niet belangrijk, want een speedsurfer gijpt niet, maar stapt gewoon af ;-). Daarom kunnen de boards nog een stuk smaller. Hoe minder contact je hebt met het water, hoe minder weerstand, dus hoe sneller je gaat. Hetzelfde geldt voor de vinnen. Natuurlijk wil je wel zoveel mogelijk wind vangen, dus de gebruikte zeilen zijn relatief groot. Vlak water zorgt voor minder weerstand en meer controle, dus kun je een nog groter zeil pakken. De zeilen zijn weer voorzien van een stuk of acht latten met een stuk of vier cambers. De meeste speedsurfers hebben wel een 7.0, maar die gebruiken ze liever niet. De natte droom van elke speedsurfer: Board 54 liter, vin 18 cm, zeil 5.0.

Soorten windsurf materiaal Leer windsurfen fanatic speed boards
Don’t mess with these guys! Speedsurfers en hun speeltjes.

Voordelen: Het materiaal gaat heel hard, mits je een heeele goede surfer bent!

Nadelen: Behalve dat het duur, kwetsbaar en moeilijk op te tuigen is, zijn vooral de boards echt alleen gemaakt om hard mee te gaan. Als de wind weg valt, sta je tot je knieën in het water (en dan heb je nog geluk). De boards zijn ook moeilijk te gijpen en lopen slecht hoogte.

Conclusie: Niet kopen, tenzij je heel veel slalom ervaring hebt en wilt gaan surfen op een spot met heel vlak water.

Foil

Soorten-windsurf-materiaal-foil
De Fanatic Flow Windsurf Foil op het droge.

Het foilen is een vrij nieuwe discipline binnen het windsurfen. Je ziet dan ook nog grote verschillen in de designs van de verschillende merken. Een foil bestaat uit een ‘mast’. Dat is het vertikale deel dat je aan je board bevestigd. De ‘Fuselage’ verbindt de mast met de ‘Voorvleugel’ en ‘Achtervleugel’. Deze 4 onderdelen kun je natuurlijk verschillende diktes, lengtes, breedtes en vormen geven. Zo kun je de vaar eigenschappen van de foil sterk beïnvloeden. Dikke, brede en lange vleugels geven veel lift. Dus daardoor kom je al met een paar knoopjes wind uit het water. Eenmaal op topsnelheid hebben ze meer weerstand dan dunne, smalle en korte vleugels. Dus is de topsnelheid lager dan de laatst genoemde. Er wordt gewerkt aan speciale Foil zeilen, maar met een ‘normaal’ zeil kan het ook prima. Hetzelfde geldt voor de boards. Zorg wel dat je een ‘Verstevigde Deep Tuttle’ vinbox hebt in je foilboard. Anders heb je een grote kans dat je board breekt en je foil op de bodem van de zee eindigt. Als je gaat foilen kan je een zeil pakken dat zo’n 2 vierkantemeter kleiner is dan je ‘normaal’ zou doen. Dat is dus erg fijn!

Voordelen: Foilen is uitdagend en verslavend. Het is super gaaf om weer wat nieuws te kunnen leren! Je kunt kleinere zeilen gebruiken. En je kunt eerder ‘vliegen’ dan een formula board planeert. Je grootste zeil kan de deur uit.

Nadelen: Iets nieuws leren gaat met vallen en opstaan. Eigenlijk net als toen je leerde planeren. Een ander nadeel is dat je natuurlijk diep water moet hebben want de foils steken minimaal 70cm diep. Natuurlijk kost een foil aanschaffen geld. Maar je kunt het zo gek maken als je wilt. Nieuw zijn ze er al onder de €1000,-. En zoals gezegd kunnen je grootste zeil, giek en mast de deur uit.

Conclusie: Super gaaf om te leren. Het voelt echt als geruisloos vliegen boven het water! Je moet wel eerst met 2 vingers in je neus heen en weer kunnen planeren voor je hier aan begint.

 

Wave

Soorten-windsurf-materiaal-wave
Geen golf te hoog voor de Fanatic Grip en het Duotone Super Hero zeil.

‘Wave’ gaat om sprongen en golfritten. Dus daar is het materiaal op afgestemd. Zowel zeil als board moeten goed te draaien en hanteren zijn. Eindsnelheid is niet belangrijk, snel aanplaneren is wel erg fijn als je naar buiten surft tussen de drie meter hoge golven. Als je een hoge sprong landt, is het niet de bedoeling dat je board in twee stukken breekt. En als je tijdens een golfrit gepakt wordt door een golf, is het ook fijn als je mast en zeil heel blijven. Dus dit materiaal is sterk! Omdat de handling van het zeil zo belangrijk is, zitten er in dit zeil geen cambers. Dus dat is weer een stuk makkelijker optuigen en scheelt een hoop gewicht. Ook het aantal latten is gereduceerd tot drie, vier of maximaal vijf. Het monofilm is vaak ‘gewapend’, waardoor het ook weer extra sterk is. Het board moet goed draaien tijdens het golfrijden, dus de rails van het board zijn dun en de tail smal. In tegenstelling tot alle race disciplines staan de voetbanden hier zo veel mogelijk in het midden van het board en staat er achter op het board nog maar één voetband in plaats van twee. De boards hebben weinig volume, dus als de wind weg valt, zink je. Dit allemaal om meer controle te hebben tijdens het golfrijden en springen. Al is de laatste trend om toch weer wat grotere boards te varen, om ook de dagen met ‘mooie golven, maar weinig wind’ mee te kunnen pakken. Wave boards van 100 liter zijn geen uitzondering meer. De vin (of vinnen) zijn relatief klein en gebogen, dat komt het draaien ten goede. Enkele jaren geleden surfte iedereen met één vin onder zijn wave board, nu kun je ook kiezen voor twee, drie of vier vinnen. Zonder hier al te diep op in te gaan: twee of vier vinnen is makkelijker en vergevingsgezinder golfrijden. Je kunt beter snelheid houden op de golf. Dus als je niet op Maui surft en geen pro bent, is dit aan te raden!

Mijn favoriete wave setje: board 76 liter Quad (vier vinnen dus) met een 4.5 zeil.

Voordelen: Het materiaal is sterk, makkelijk op te tuigen en heeft veel controle. Vandaar ook dat veel mensen kiezen voor een wave zeil of board als het hard waait. Ook als ze niet op zee varen, want ook op het binnenwater is het leuk om lekker te springen tijdens een storm en nog leuker als je board daarbij heel blijft.

Nadelen: Het materiaal is ietsje pietsje zwaarder dan freeride materiaal. De boards hebben relatief weinig volume en dat maakt het lastig als de wind wat minder wordt.

Conclusie: Behalve dat dit materiaal is gemaakt voor mensen die de golven te lijf gaan, is dit materiaal ook geschikt voor als je lekker wilt springen, gijpen en raggen op het meer tijdens een stormpje. Let wel op dat het board dat je kiest niet te weinig volume heeft. Kies je voor een wave board, maar surf je meestal op binnenwater, ga dan voor één of drie vinnen. Deze boards hebben in het algemeen een wat hogere eindsnelheid.

 

Freestyle

Soorten-windsurf-materiaal-freestyle
Freestyle: Acrobatiek op het water en in de lucht.

Aangezien de wave en freestyle disciplines behoorlijk op elkaar lijken is dat met het materiaal ook zo. De grote verschillen zijn dat er in de freestyle minder hoog gesprongen wordt en je niet gespoeld kan worden door een golf van vier meter. Dus het materiaal hoeft minder sterk te zijn. Door minder versterkingen aan te brengen, wordt het lichter en dat zorgt ervoor dat je weer eerder planeerd. En dat is wel fijn als je 14 moves moet doen in zes minuten. Je wil dan natuurlijk niet staan dobberen, terwijl je concurent wel planeert en dikke moves maakt. Als je met je materiaal eerder aanplaneert, kun je ook een iets kleiner zeil en kleiner board pakken. En een ‘double burner’ gaat met een 4.8 zeil net weer wat makkelijker dan met een 5.2 zeil. Klinkt allemaal logisch toch?! Dus de zeilen hebben nog steeds weinig latten (meestal vier), maar het monofilm is niet meer gewapend, maar juist extra dun. Qua outline lijken ze veel op wave zeilen. De boards zijn wat groter en vooral breder in de neus en tail dan wave boards. Freestyle boards zitten tussen de 90 en 110 liter. ‘Vroeg planeren’ en ‘hoge eindsnelheid’ zijn erg moeilijk samen te verwerken in één board. Dus wordt er vooral gekozen voor ‘vroeg planeren’. Vandaar ook dat freestyle boards de traagtse boards op de markt zijn. Dan nog even over de vinnen. Bij freestyle gaat het om kunstjes: draaien, loopen, sliden enzovoorts. Je wilt dus niet dat je draai gestopt wordt door een vin die in het water steekt. Vandaar dat de vinnen extreem kort zijn, 14 centimeter is geen uitzondering. Om alleen al met met zulke kleine vinnen rechtdoor te kunnen surfen, heb je een flinke doses techniek nodig. Je kunt met zo’n kleine vin bijna geen druk op je achterste voet zetten zonder een spin-out te krijgen. Niet aan beginnen dus, als je niet aan het NK freestyle meedoet.

Mijn favoriete freestyle setje: board 93 liter, vin 18 cm, zeil 4.8.

Voordelen: licht en vroeg planeren.

Nadelen: Traag.

Conclusie: Wil je freestylen, dan is dit je materiaal! Wil je dat niet, laat het dan liggen. Kies zolang je nog geen spocks, grubbys of nog gekkere moves maakt, voor een freeride vin van 20 tot 25 cm. Op die manier gaan old school moves als duckjibe, backwind jibe en 360’s veel beter.

 

Freeride

En toen was er freeride…gelukkig! Want al het bovenstaande materiaal is met maar één doel gemaakt en dat is wedstrijden winnen. Daardoor is het allemaal zeer specialistisch, wat het vaargemak niet ten goede komt. Gemaakt voor freaks dus, maar 98% van alle surfers is helemaal niet bezig met wedstrijden. Hij (of zij) wil gewoon lekker over het water knallen! Heerlijk ontspannen op het water na een week hard werken en misschien vandaag wel voor het eerst een sprongetje of een gijp maken. En voor al deze ‘normale’ mensen is er freeride materiaal ontwikkeld. Bijkomend voordeel is dat het goedkoper is dan al het specialistische materiaal. Zijn alle bovenstaande disciplines dan nergens goed voor behalve de professionele surfers? Gelukkig wel. De kennis die men opdoet tijdens de ontwikkeling van al dat specialistische materiaal, stopt men weer (aangepast) in het freeride materiaal.

Ook deze freeride groep is weer op te delen in een paar subgroepen, namelijk Freerace, Freemove en Freewave.

Freerace

Soorten-windsurf-materiaal-Freerace
Freerace = hard gaan en controle! Hier de Fanatic Jag met De Duotone S_Pace aan het werk.

Voor iedereen die comfort wil, maar toch ook wel wat snelheid sensatie. Vooral in de grotere maten (7 meter zeil en 120 liter board en groter) is dit interessant voor veel mensen. Springen met 15 knopen is toch niet echt een optie, dus dan maar lekker knallen. Bij de ontwikkeling van deze boards en zeilen is er heel goed gekeken naar het slalom materiaal, maar dan gebruiksvriendelijker en goedkoper. De gemiddelde windsurfer gaat op zo’n board net zo hard als op een ‘puur’ slalomboard. Deze boards hebben namelijk veel meer controle. En dat is een belangrijke voorwaarde om hard te gaan. De mastslurf van het zeil is wat smaller, zodat er geen 100 liter water in verdwijnt als je zeil in het water valt. Wat minder latten en cambers waardoor het zeil beter omslaat na de gijp en lichter is, scheelt ook een hoop. De voetbanden staan iets meer naar binnen op het board, waardoor je er veel makkelijker in komt.

Freemove

Soorten-windsurf-materiaal-freeride
Freemove. De beste boards om te leren planeren en gijpen! De Fanatic Gecko met een Duotone E_Pace zijn geweldige allrounders.

Freemove of gewoon freeride genaamd: voor iedereen die comfort wil en lekker wil gijpen. Misschien een sprongetje wagen en heerlijk over het meer cruisen en dat alles zonder pijn in de scheenbenen. Dit zijn de echte alleskunners. Niet ’the best of both words’, maar ’the best of all worlds’! Dit materiaal zit tussen freerace en freewave in. In vergelijking met freerace minder latten (er blijven er een stuk of zes over), minder cambers (maximaal één) en de mastslurf zit bijna net zo strak om de mast als een wave-, freestyle- of freewavezeil. Het zeil is nog iets sterker dan een freerace zeil, omdat de eerste duckjibes doorgaans niet lukken, zelfs niet als je een clinic bij Leerwindsurfen doet. De boards zijn wat ronder (zowel rails als outline), wat het board vergevingsgezinder en beter te draaien maakt. De vin is wat krommer, wat zorgt voor makkelijker gijpen. In de zeil maten 5.5 tot 6.5 en boardmaten van 90 tot 120 liter wordt dit materiaal erg veel verkocht. En terecht!

Freewave

Freewave
Freewave: Snel, makkelijk gijpen en makkelijk springen. De Fanatic Freewave met een Duotone SuperSession zeil.

Voor iedereen die comfort wil, soms op zee, soms op het binnenwater, de eerste airjibes en de eerste duckjibes…het kan allemaal op dit materiaal. De boards zitten tussen wave en freestyle in. Ze hebben de sterkte van een wave board, maar dan met een iets bredere neus en tail. De zeilen zijn vrijwel identiek aan wave zeilen. As je een zeil koopt van vijf meter of kleiner of een board van 100 liter of minder, is dit zeker het overwegen waard.

Beginner

Soorten windsurf materiaal Leer windsurfen beginner
Een voorbeeld van een beginner zeil en board.

Voor beginnersmateriaal verwijs ik graag naar het artikel: ‘Beginner windsurfplank en zeil kopen‘. De gebruikte materialen zijn minder exotisch, wat positief is voor de prijs. Vooral voor kids is het belangrijk dat ze licht materiaal hebben, want als ze het zeil niet eens uit het water kunnen trekken, zijn ze er snel klaar mee.

 

Inflatable

Sinds een aantal jaren zijn er ook opblaasbare boards en (zelfs) zeilen op de markt. Deze boards zijn perfect om te leren windsurfen. Maar je kunt er ook op SUPpen, ravotten en zonnen. En ze kunnen tegen een stootje! Het grote voordeel van een opblaasbaar tuigage is dat het OP het water blijft liggen. Dus het is nog makkelijker uit het water te trekken! Wil je meer informatie over het kopen van een inflatable windsurfboard? Klik dan hier.

Inflatable
Fanatic Viper Air + Duotone iRig. Even oppompen en klaar!

Voordelen: Doordat je deze boards leeg kunt laten lopen en op kunt rollen, zijn ze makkelijk op te slaan. Als je er op valt doet het geen pijn en als je ermee tegen de kade botst blijven ze heel!

Nadelen: Qua doorgroei mogelijkheden (=planeren) zijn ze beperkt.

Conclusie: Super handig als familie board! Ideaal voor SUPpen, windsurfen, zonnen en lekker voor de kids om op het water mee te spelen!

 

Maten

Welke maten boards en zeilen moet je kopen? Dat hangt sterk af van vier factoren. Ten eerste hangt het af van je niveau. Je kan wel een acht meter zeil willen kopen om snel te planeren, maar als je nog maar net in je trapeze hebt leren surfen is dat niet zo slim. Ten tweede moet je bedenken in welke windkracht je het zeil en board wilt gebruiken. Logisch natuurlijk. Dan moet je bedenken in welke omstandigheden je het wilt gebruiken. Op vlak water? Op zee? En tenslotte moet je kijken hoe het past tussen je overige materiaal. Heb je al een 6.0 zeil, dan lijkt een 6.5 niet zo slim.

De meeste surfers houden het niet bij één zeil, ze hebben er een stuk of drie. De reden is natuurlijk dat de wind niet altijd even sterk is. Hoeveel vierkante meter moet er tussen twee opeenvolgende zeilen zitten? Dat scheelt erg per maat. Zo is het verschil tussen een 10 en 11 vierkante meter zeil veel kleiner, dan tussen een 4.2 en 5.2 zeil. Veel voorkomende sailquivers:

Wave: 3.7 – 4.2 – 4.7 – 5.2

Freestyle: 4.0 – 4.4 – 4.8 – 5.2

Freeride: 4.5 – 5.5 – 6.5 – 7.8

Slalom: 6.2 – 7.0 – 7.8 – 8.7

Formula: 9.8 – 11.0

Qua boards kan je met iets minder ook goed vooruit. Ideaal is twee boards. Bijvoorbeeld een 120 liter en een 90 liter. Eerst moet je weten welke maat zeil je hebt/wilt. Dan kan je het board erbij kiezen. Op de websites van boardmerken staat altijd welke maten zeilen er op het board passen. Weeg je 65 kg, dan kun je met 14 knopen planeren met een 100 liter board en een 6.5 zeil. Weeg je 95 kg, dan heb je een groter zeil en dus ook een groter board (en vin) nodig. Een gratis tip: zorg dat je board groot genoeg is! Een klein board ziet er mooi uit en het is natuurlijk vet stoer, maar als jij dobbert en je maten planeren is het ineens een stuk minder leuk. Omdat je op een groter board veel meer kan planeren kun je ook veel meer leren. Daarnaast is een wat groter board vergevingsgezinder als je een klein foutje maakt tijdens een gijp bijvoorbeeld.

Soorten windsurf materiaal
Slalom 6.3 en freewave 3.8.

Ter illustratie:

Welk board en zeil zullen de surfers gebruiken bij 20 knopen wind:

  • Formula: board 1 meter breed, vin 70 cm, zeil 10 vierkante meter.
  • Slalom: board 70 cm breed, vin 36 cm, zeil 7 vierkante meter.
  • Speed: ik blijf liever in bed.
  • Freestyle: board 63 cm breed, vin 16 cm, zeil 4.8.
  • Wave: board 57 cm breed, vin 2 x 14 en 2 x 9, zeil 5.0.
  • Freeride: board 65 cm breed, vin 36 cm, zeil 6 vierkante meter.

Zo, ik hoop dat dit wat meer duidelijkheid geeft zodat de bomen weer zichtbaar worden in het bos.

Niek

P.S. Kun je wel wat hulp gebruiken bij materiaal keuze, optuigen, tunen of bij het windsurfen zelf? Speciaal voor de gevorderde windsurfer organiseren wij Windsurf clinics.

Scroll naar boven